Het Planbureau voor de Leefomgeving schatte in 2016 de maatschappelijke kosten van bodemdaling tot 2050 voor heel Nederland op 22 miljard euro.
De schade in het stedelijk gebied is hoger dan in het landelijk gebied. Dit komt met name door de kosten voor funderingsherstel. Het Platform Slappe Bodem de belangenorganisatie voor overheden die met bodemdaling te maken hebben, concludeerde dat de kosten voor gemeenten op slappe bodem tweemaal zo hoog zijn als voor gemeenten op zand. Dat komt onder andere door schade aan wegen, kabels en leidingen.
Particulieren en ondernemers moeten veelal zelf opdraaien voor de kosten die te maken hebben met bodemdaling en/of funderingsproblemen. In sommige gevallen zijn er subsidieregelingen of kunnen door de landbouw CO-2 rechten worden verhandeld (bijvoorbeeld: valuta voor veen). Gemeente en waterschappen mogen onder bepaalde voorwaarden kosten betalen uit de rioolheffing of de waterschapsbelasting.